Hoe alles begon…
In november 1990 reisden wij met 15 mensen naar India en verbleven enkele dagen in Calcutta, nu Kolkata genoemd.
Dit is één van de grootste steden van dit reusachtig subcontinent. De mensen leven er in een verstikkende atmosfeer. Velen onder hen wonen op straat, zonder dak boven het hoofd.
Straatkinderen ontmoet je overal, weeskinderen worden aan hun lot overgelaten. De zogenaamde cultuurschok kon dan ook voor ons niet uitblijven. Wij werden figuurlijk flink door elkaar geschud. Een oeverloos gevoel van machteloosheid overviel ons maar toch groeide de stille hoop om iets te doen.
Priester Hansel D’Souza, secretaris van het bisdom, bracht ons met Moeder Theresa in contact. We werden door haar persoonlijk ontvangen en bezochten haar huizen in de stad.
Op ons verzoek begeleidde Fr. Hansel ons ook naar “De stad der vreugde”, een wel eigenaardige naam voor de grootste slum van Calcutta. Dit bezoek maakte ons nog stiller en ademlozer. Fr. Hansel bracht ons naar het dak van een schoolgebouw met vijf verdiepingen aan de rand van die “Stad der vreugde”. Hij had de bedoeling ons een panoramisch zicht over Calcutta te bieden want hij wilde ons meer laten zien dan alleen armoede en miserie.
Ondanks de wolkenloze hemel en de grote warmte hing er een soort mistgordijn, smog, boven de stad, zodat van een mooi panoramisch zicht weinig sprake was.
We werden op de voet gevolgd door een bende nieuwsgierige kinderen, allemaal jongens op blote voeten, groot en klein, gekleed in een soort uniformpje.
De meesten waren weeskinderen die in het “hostel”, het internaat, verbleven in het gebouw waar wij ons bevonden. Ze kwamen uit afgelegen dorpen of doolden als weeskinderen rond in de stad.
Fr. Hansel had de verantwoordelijkheid op zich genomen om hen wat onderwijs te bieden, echter zonder enige hulp van officiële zijde.
Het was duidelijk dat elke steun hier welkom zou zijn. Het is moeilijk te verklaren wie of wat op dit ogenblik in ons binnenste werkzaam was maar dààr startte ons wondere kleine CSA-verhaal.
Eens terug thuis, besloten we met een paar mensen iets voor hen te doen. Het bleef niet bij een droom of belofte. We vonden algauw een twintigtal families bereid om maandelijks 12,5 euro af te staan om dit kleine project op te starten. Beter 20 kinderen helpen dan niets doen, was onze overtuiging.
Zo plantten we als het ware een boompje van hoop, van leven, van vreugde en van toekomst. Wij noemen het graag “de Banyan-tree”. Dit is een typische Indische boom waarvan de takken tot op de grond hangen en wortel schieten. Zo is er even buiten Calcutta een hectare groot bos dat slechts door één centrale banyan-tree is ontstaan.
Onze banyan-tree willen wij van hieruit met onze liefde en steun verder blijven verzorgen. Het is dan ook onze hoop dat het wondere kleine CSA verhaal nog lange tijd mag verder gezet worden.